In stoomketelinstallaties leiden de in water opgeloste zouten tot corrosie en afzettingen. Om dit te voorkomen, worden er afhankelijk van de werkingswijze en constructie van de stoomgenerator belangrijke eisen aan de kwaliteit van het ketelvoedingswater gesteld. In een demineralisatie-installatie worden met behulp van ionenuitwisselingsharsen de in water opgeloste zouten verwijderd. Deze zouten komen gedissocieerd voor, dus in positieve deeltjes (kationen) en negatieve deeltjes (anionen), daarom is de zog. demineralisatieketen als volgt opgebouwd: Kationenwisselaar – CO2-ontgasser – anionenwisselaar – mixed bed filter. Bovendien zijn er voor de werking van de installatie een regenereerstation en een neutralisatie nodig.